Hulp nodig?
Neem dan gerust contact met ons op via 010 - 760 11 00 of support@lindenhaeghe.nl.
Terug

Ondernemer

Let op: Niet alle voorstellen zijn definitief. Deze zijn pas definitief na akkoord van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.

Box 2 krijgt twee schijven

Het kabinet wil dat er twee schijven komen in box 2 vanaf 2024. Deze plannen heeft het kabinet al langere tijd en blijven vooralsnog hetzelfde. 

De tarieven over het box 2-inkomen gaan er dan vanaf 2024 zo uitzien:   

  2024 
Eerste schijf (tot en met € 67.000,-)  24,5% 
Tweede schijf (meer dan67.000,-)  31% 

De invoering van het tweeschijvenstelsel moet ervoor zorgen dat aanmerkelijkbelanghouders jaarlijks winst gaan uitkeren. Hierdoor vermijdt het kabinet belastinguitstel. Verder wordt de belastingdruk meer gelijk aan het toptarief in box 1. Dit komt omdat dit tweeschijvenstelsel een belastingverhoging is voor aanmerkelijkbelanghouders die een hoger inkomen hebben dan de eerste schijfgrens. De komst van de twee schijven in box 2 moet gaan zorgen voor een meer gelijke fiscale behandeling van belastingplichtigen met inkomsten uit werk ten opzichte van aanmerkelijkbelanghouders. Het tweeschijventarief betekent voor aanmerkelijkbelanghouders namelijk een lastenverhoging. Hierdoor behaalt het kabinet meer belastingopbrengsten.   

Bij een fiscaal partnerschap is het mogelijk het inkomen uit aanmerkelijk belang zo te verdelen dat het lage tarief geldt voor het inkomen van beide partners uit aanmerkelijk belang.   

Het kabinet laat weten de tariefschijven jaarlijks aan te passen aan de inflatie.   

Het kabinet is niet van plan de maatregel te evalueren. Dit komt omdat de maatregel duidelijke doelen dient en de fiscale behandeling van werkenden al in andere onderzoeken voorkomt.  

Praktische tips

Weet dat fiscale partners de belastbare winst uit een bedrijf van één van hen niet tussen hen kunnen verdelen.

Adviseer je iemand om een deel van het inkomen uit aanmerkelijk belang aan een fiscaal partner toe te rekenen? Houd er dan in je advisering rekening mee dat hiervoor twee voorwaarden gelden:

  1. Ten minste één partner moet aan het vermogen uit aanmerkelijk belang kunnen voldoen.
  2. De partners moeten in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven op hetzelfde adres.

Is niet aan beide voorwaarden voldaan? Dan is er geen aanmerkelijk belang dat de fiscale partners kunnen verdelen. Dit is in 2018 in lagere rechtspraak bevestigd.

Verlaging van MKB-winstvrijstelling

Het kabinet wil de MKB-winstvrijstelling verlagen van 14% naar 12,7%. Deze vrijstelling verlaagt de belastbare winst. Lijdt een onderneming verlies? Dan wordt het fiscale verlies door de MKB-winstvrijstelling beperkt. Verder verkleint de verlaging van de MKB-winstvrijstelling het verschil in de fiscale behandeling van werknemers en ondernemers in de inkomstenbelasting (IB).  

Praktische tip

Wijs jouw cliënt op de verlaging van de vrijstelling en de gevolgen voor de belastbare winst. Hij kan hier dan rekening mee houden en ervoor kiezen om meer kosten te maken om op dezelfde belastbare winst uit te komen.  

Verlaging aftrekpercentage energie-investeringsaftrek (EIA)

Evaluaties

De evaluaties van de EIA, de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) zijn dit jaar afgerond. Hieruit blijkt dat er sprake was van budgettaire overschrijdingen. Naar aanleiding hiervan stelt het kabinet voor om het aftrekpercentage van de EIA structureel te verlagen van 45,5% naar 40% vanaf 1 januari 2024. Hiermee worden de overschrijdingen van de afgelopen jaren gecompenseerd. Ook wil het kabinet het maximale investeringsbedrag verlagen.   

Het kabinet heeft verder besloten om het budget van de EIA structureel op te hogen vanaf 2025. De EIA kan hierdoor grote en kleine bedrijven blijven ondersteunen en het maximale investeringsbedrag kan hetzelfde blijven. Het verwachte gevolg is dat de EIA binnen het budget belastingvoordeel kan bieden aan belastingplichtigen die energiezuinige en duurzame bedrijfsmiddelen inkopen.  

Verlenging

De EIA, MIA en Vamil zouden vervallen vanaf 1 januari 2024. Het kabinet wil de looptijd van deze regeling nu met 5 jaar verlengen tot en met 31 december 2028. De reden hiervoor is dat de onderzoekers hebben aangegeven nu nog geen duidelijkheid te hebben om een keuze te kunnen maken tussen een fiscale faciliteit of een directe subsidie. Daarnaast zijn de regelingen doeltreffend en doelmatig gebleken.  

Weer verdere verlaging zelfstandigenaftrek

Het kabinet bouwt de zelfstandigenaftrek al jaren sneller af. Het kabinet wil met deze maatregel de verschillen in belastingheffing tussen werknemers en zelfstandigen kleiner maken. De zelfstandigenaftrek is € 5.030,- in 2023 en zal naar € 3.750 dalen in 2024. In 2027 moet de zelfstandigenaftrek zijn teruggebracht tot € 900,-. Tijdens de kabinetsperiode krijgen zelfstandigen een compensatie doordat de arbeidskorting wordt verhoogd.   

De startersaftrek verandert niet en blijft € 2.123,-. Het kabinet past de startersaftrek niet aan, omdat deze een ander doel heeft dan de zelfstandigenaftrek. De startersaftrek heeft namelijk het doel ondernemerschap aan te moedigen en te zorgen dat mogelijke starters sneller bereid zijn om een startersrisico te nemen. Wel evalueert het kabinet de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek in 2023. Dit kan een aanleiding zijn om de startersaftrek in de toekomst wel te wijzigen. 

Praktische tips

Voor de zelfstandigenaftrek kom je in aanmerking als je een ondernemer bent en minimaal 1.225 uur per jaar aan jouw bedrijf besteedt. Dit kan dus ook naast je werk in loondienst zijn. Zorg er wel voor dat je meer uren aan jouw bedrijf besteedt dan aan je werkzaamheden in loondienst.  

Het bedrag van de zelfstandigenaftrek is nooit meer dan de winst voor de aftrek voor zelfstandigen of starters. Gebruik je in een jaar niet het hele bedrag van de aftrek? Dan mag je het restbedrag in de volgende 9 jaar verrekenen.  

Afschaffing betalingskorting IB

Op dit moment krijg je korting als je de IB in één keer en niet in termijnen betaalt. Het kabinet wil nu de betalingskorting bij de inkomstenbelasting (IB) afschaffen. De reden hiervoor is dat door digitalisering de administratieve lasten van een voorlopige aanslag (VA) tegenwoordig minimaal zijn. Via elektronisch bankieren is het in één keer betalen van een VA net zoveel werk als het doen van periodieke betalingen. Het is daarom niet meer nodig om het in één keer betalen van een VA te stimuleren via een betalingskorting.  

Het blijft mogelijk om een VA in één keer te betalen. Sinds 1 januari 2023 wordt er al geen betalingskorting meer aangeboden bij voorlopige aanslagen Vpb. Nu gaat dat dus gelden voor alle belastingsoorten.  

Het kabinet beslist door de afschaffing van de betalingskorting in lijn met de toezegging van het kabinet bij de plenaire behandeling van de Fiscale Verzamelwet 2023.

Praktische tips

Houd er rekening mee dat alleen de betalingskorting bij de IB verdwijnt als de plannen van het kabinet doorgaan. Het blijft na de inwerkingtreding dus gewoon mogelijk voor ondernemers om de VA in één keer te betalen.  

Sterkere aanpak dividendstripping

De huidige wetgeving gaat dividendstripping niet voldoende tegen. Dividendstripping is bijvoorbeeld het uitlenen van aandelen aan een derde partij, daar dan het dividend uit te laten keren en de aandelen vervolgens weer terugnemen. Door middel van dividendstripping proberen aandeelhouders Nederlandse dividendbelasting op dividenden te verminderen die feitelijk binnen de grondslag van de dividendbelasting zouden moeten vallen.

Het kabinet stelt onder meer de volgende maatregelen voor om dividendstripping beter tegen te kunnen gaan:

  • het aanpassen van de bewijslastverdeling om zo de bewijspositie van de belastinginspecteur te verbeteren;
  • het instellen van een doelmatigheidsmarge in bepaalde situaties om beleggers met een kleine beleggingsportefeuille niet zwaarder te belasten dan nodig;
  • het verder invullen van het begrip ‘samenstel van transacties’; en
  • het in de wet vastleggen van de registratiedatum om zo te bepalen wie er recht heeft op de opbrengst van publiekelijk verhandelde aandelen en wie recht heeft op verrekening, vrijstelling, teruggave of vermindering van dividendbelasting.

Aanpassen regeling voor geven vanuit een vennootschap

Het kabinet wil een eenvoudiger systeem voor het doen van een gift vanuit een vennootschap aan een goed doel. Ook moet het fiscaal aantrekkelijker worden om een grote periodieke gift vanuit de vennootschap van de aanmerkelijkbelanghouder te doen aan een goed doel 

Aanpassing wet

Doet een vennootschap een gift aan een ANBI? En gaat het om een gift die als een uitdeling van de aanmerkelijkbelanghouder kan worden gezien? Dan wordt dit niet aangemerkt als inkomen in box 2. Het doel hiervan is dat het aantrekkelijker wordt om grote periodieke giften te doen vanuit de vennootschap van de aanmerkelijkbelanghouder.  

Wijziging

De volgende wijzigingen gelden: 

  • Doet een vennootschap een gift aan een ANBI? Dan is deze gift niet aftrekbaar in de Vpb. De gift is ook niet aftrekbaar als de gift lager is dan 50% van de winst of lager is dan € 100.000,-.
  • Het bedrag van de gift is geen voordeel voor het inkomen van de aanmerkelijkbelanghouder in box 2, behalve als:  
    • het bedrag niet rechtstreeks door de vennootschap wordt gegeven, maar bijvoorbeeld door de aanmerkelijkbelanghouder zelf; of 
    • als er sprake is van speciale voordelen of bijdragen in de vorm van contant geld.  

Praktische tips

De wijzigingen hebben geen invloed op de aftrekbaarheid van zakelijke kosten door vennootschappen aan goede doelen, zoals bij sponsoring of reclame. Deze zakelijke kosten blijven aftrekbaar. Het kan voor jouw cliënt dus lonen om goede doelen te blijven steunen, ondanks het verval van de aftrek in de Vpb 

Reparatie van conserverende aanslagen bij Wet excessief lenen

Het kabinet stelt reparaties voor van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap die sinds 1 januari 2023 is ingegaan. De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap regelt kortgezegd dat het bovenmatige deel wordt belast als fictief regulier voordeel in box 2 in het geval dat een aanmerkelijkbelanghouder meer dan € 700.000,- (maximumbedrag) leent van zijn eigen vennootschap. Het maximumbedrag wordt vervolgens verhoogd met het bedrag van dit bovenmatige deel. 

De reparaties zijn nodig omdat de wet onwenselijke gevolgen blijkt te hebben voor de situatie waarin een aanmerkelijkbelanghouder emigreert en daarvoor een conserverende belastingaanslag krijgt, waarvoor hij uitstel van betaling krijgt.  

Het kabinet wil dat de reparaties de volgende gevolgen hebben:  

  1. Het uitstel van betaling van de conserverende belastingaanslag vervalt alleen voor het bedrag dat nog niet eerder was betaald voor een schuldtoename.  
  2. Er wordt geen invordering gedaan van de conserverende belastingaanslag als er te veel wordt geleend van vennootschappen waarin de aanmerkelijkbelanghouder na emigratie een groot belang heeft. En waarbij de voordelen van die vennootschappen niet worden belast in Nederland.  

Praktische tips

Ben je een geëmigreerde aanmerkelijkbelanghouder en heb je meer geleend dan het maximumbedrag? Dan kan de voorgestelde wetswijziging voordelen hebben.  

Beperking van afschrijving gebouwen IB

Het kabinet wil de afschrijving van gebouwen in de inkomstenbelasting (IB) gaan beperken. Nu is het alleen mogelijk om af te schrijven op een gebouw als de boekwaarde hoger is dan de bodemwaarde. Het kabinet stelt voor om maximaal de WOZ-waarde als bodemwaarde te nemen. Dit geldt dan voor alle gebouwen die als bedrijfsmiddel worden gebruikt. Het maakt niet uit of het voor eigen gebruik of belegging is. Hierdoor wordt het verschil tussen de boekwaarde en toekomstige verkoopwaarde kleiner. Dit heeft als gevolg dat er een lagere belastbare winst bij de verkoop van het gebouw is en dat er minder kan worden afgeschreven. De maatregel beperkt ook dat belastingheffing langdurig kan worden uitgesteld door gebruikmaking van de herinvesteringsreserve. Ook voorkomt het constructies waarmee wordt geprobeerd meer afschrijvingen te verkrijgen. De mogelijkheid voor langdurig uitstel van belastingheffing door gebruikmaking van de herinvesteringsreserve wordt hierdoor beperkt.  

Afschaffing open cv

Op dit moment bestaat de open commanditaire vennootschap (open cv) nog. Deze cv’s zie je vaak in vastgoed of de scheepvaart. In Nederland is een open cv fiscaal niet-transparant en belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting, terwijl een besloten cv transparant is en daarmee niet vennootschapsbelastingplichtig. Internationale rechtsvormen die vergelijkbaar zijn met de cv worden ook op deze manier ingedeeld. Het hangt af van de vereisten voor toetreding en vervanging van de vennoten van de cv of de cv open of besloten is. Het kabinet wil de open cv afschaffen. De Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) wordt op basis van dit wetsvoorstel aangepast om de kwalificatie van een cv als open cv te laten vervallen. Daarnaast geldt dat de open cv op basis van dit voorstel niet langer wordt aangemerkt als zelfstandig belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting en niet langer wordt aangemerkt als inhoudingsplichtige voor de dividend en bronbelasting. Voor de inkomsten- en de vennootschapsbelasting heeft het voorgestelde transparant worden van de cv ook fiscale gevolgen. Er komt hiervoor overgangsrecht.

Aanpassing van minimumkapitaalregel in Vpb

Het kabinet wil de minimumkapitaalregel in de vennootschapsbelasting (Vpb) voor banken en verzekeraars aanpassen, zodat eigen en vreemd vermogen meer gelijk wordt behandeld. De huidige regel blijkt niet evenwichtig te werken op het interne liquiditeitsbeheer van banken en verzekeraars. Daarom stelt het kabinet voor de regel aan te passen, zodat rentelasten op schulden aan groepslichamen voortaan onder voorwaarden aftrekbaar zijn. Verder stelt het kabinet voor om de budgettaire derving te dekken door het percentage van de minimumkapitaalregel te verhogen van 9% naar 10,6% vanaf 1 januari 2024. Het kabinet denkt dat deze maatregel doeltreffend en doelmatig zal zijn. De maatregel wordt in 2026 geëvalueerd.  

Overige onderwerpen

Niets missen rondom jouw vakbekwaamheid?

Meld je dan aan voor onze Vakbekwaamheidsupdate